Pagina's

zondag 5 juni 2022

‘Ik heb heel wat slechte jongens ontmoet’

21. ‘Ik heb heel wat slechte jongens ontmoet’
dehalvewaarheid.nl

Na zijn onderzoek naar de moord op Kennedy zet Wim Dankbaar zijn tanden in de Deventer moordzaak. Net als Maurice de Hond raakt Dankbaar ervan overtuigd dat justitie ‘klusjesman’ Michaël de Jong de hand boven het hoofd houdt.

Dit is het 21ste hoofdstuk van het in 2016 verschenen boek Complotdenkers. Elke dag verschijnt er een hoofdstuk op De Halve Waarheid. Bekijk hier het overzicht van alle hoofdstukken.

Als Wim Dankbaar en Peter R. de Vries in de Verenigde Staten zitten voor hun uitzending over de moord op John F. Kennedy komt het gesprek al snel op een actuele kwestie: de pogingen van Maurice de Hond om de wegens moord veroordeelde fiscaal-jurist Ernest Louwes vrij te krijgen.

Politie en justitie houden Louwes verantwoordelijk voor de in 1999 gepleegde moord op de rijke weduwe Jacqueline Wittenberg. Nadat de rechtbank in Zwolle Louwes in 1999 aanvankelijk vrijspreekt voor de ‘Deventer moordzaak’ besluit het gerechtshof in Arnhem om hem eind 2000 alsnog tot twaalf jaar cel te veroordelen.

Louwes legt zich echter niet bij dat vonnis neer en krijgt in de daaropvolgende jaren steun van een groeiende club medestanders die in zijn onschuld geloven. Behalve Louwes’ advocaat Geert-Jan Knoops strijdt ook opiniepeiler Maurice de Hond voor de vrijlating van de fiscaal-jurist.

Peter R. de Vries is niet onder de indruk van de argumenten van De Hond. Voor zijn programma heeft de misdaadverslaggever zich al meermaals over de zaak gebogen en hij meent dat Louwes wel degelijk de moordenaar is. ‘Peter zei: “Maurice is malende. Ik ken alle dossiers. Als je die leest, is het zonneklaar dat Louwes het heeft gedaan”’, herinnert Dankbaar zich. De zaak-Louwes laat Dankbaar echter niet los en weer thuis in Nederland besluit hij contact op te nemen met De Hond. ‘Hij begon me verhalen op te sturen. Toen ik die ging lezen, begon ik in te zien dat Maurice het bij het rechte eind had. En dat Peter R. de Vries dus fout zat.’

Dankbaar raakt ervan overtuigd dat de politie met het bewijsmateriaal heeft gerommeld om de werkelijke dader – volgens Dankbaar is dat ‘klusjesman’ Michael de Jong – buiten schot te houden. Dat politie en justitie De Jong niet vervolgen, kan volgens Dankbaar maar een ding betekenen. ‘Er moet een groot belang achter zitten om hem de hand boven het hoofd te houden. Het kan bijvoorbeeld te maken hebben met informatie die hij heeft over hoge functionarissen bij justitie.’

Over Demmink? ‘Dat hoeft niet per se’, zegt Dankbaar. ‘Het kunnen ook vrienden van Demmink zijn. Michael de Jong heeft een verleden in de jeugdzorg, hij heeft in tehuizen gezeten. Dat zijn broeinesten van pedofilie en kindermisbruik. Er gingen ook geruchten dat hij een homoseksuele relatie had met de psychiater, de overleden man van de weduwe-Wittenberg. Daarnaast is hij portier geweest bij een sekshuis en bij privéfeestjes. Hij zou dus heel goed iets kunnen weten. In ieder geval genoeg om ervoor te zorgen dat voor zijn daad een accountant wordt opgeknoopt.’

Dankbaar bestookt Peter R. de Vries met bewijzen van Louwes’ onschuld. De misdaadverslaggever zit daar echter niet op te wachten en er ontstaat onenigheid tussen de twee mannen die tijdens de reis naar de VS nog zo kameraadschappelijk met elkaar omgingen.

‘Het beeld dat ik van Peter had, dat van de grote misdaadverslaggever, begon langzaam af te brokkelen’, vertelt Dankbaar. ‘In een van zijn uitzendingen heeft hij Michael de Jong zelfs bij het graf van de weduwe laten benadrukken dat Ernest Louwes de dader was. Hij heeft de echte moordenaar dus een podium gegeven om de ten onrechte veroordeelde Louwes een trap na te geven.’

Zes maanden nadat De Vries en Dankbaar zijn teruggekomen uit de Verenigde Staten, besluit de laatste zichzelf toegang te verschaffen tot het e-mailaccount van de misdaadverslaggever. ‘In Amerika bleken Peter en ik toevallig dezelfde provider te hebben: XS4ALL’, legt Dankbaar uit. Omdat Dankbaar zijn laptop had meegenomen, checkte de misdaadverslaggever af en toe zijn mail op de computer van de gewezen IT-ondernemer.

‘Mijn laptop heeft toen Peters loginnaam en wachtwoord opgeslagen’, vertelt Dankbaar. ‘Sindsdien kreeg ik steeds de optie om via mijn eigen adres of dat van Peter in te loggen. Met die mogelijkheid heb ik zes maanden niets gedaan. Maar toen we ruzie kregen, won de nieuwsgierigheid het toch. Ik was wel benieuwd of ik misschien een mail kon onderscheppen waarin hij iets negatiefs over mij schreef.’

Zo’n mail komt Dankbaar niet tegen. Wel stuit hij op enkele ‘hete mails en foto’s’ die aan de misdaadverslaggever zijn gericht. ‘Ik kreeg er rode oortjes van’, aldus Dankbaar die de pikante berichten en foto’s doorstuurt naar enkele medestanders uit het Louwes-kamp. Een van die medestanders begint al snel met de mails te leuren bij verschillende media.

Als Peter R. de Vries daar lucht van krijgt, snapt de misdaadverslaggever meteen dat het Dankbaar moet zijn geweest die zijn e-mails heeft buitgemaakt. Hij doet aangifte en schuift dezelfde avond nog aan bij De Wereld Draait Door. De computervredebreuk ‘getuigt van een achterbaksheid die ik in dertig jaar misdaadjournalistiek nog niet heb meegemaakt’, vertelt de zichtbaar geïrriteerde misdaadverslaggever aan Matthijs van Nieuwkerk en tafelheer Marc-Marie Huijbregts. ‘En ik heb heel wat slechte jongens ontmoet.’

Over de inhoud van de mails wil de misdaadverslaggever in de uitzending niet uitweiden. ‘Het was privé- mail en dat houden we ook privé.’

Weekblad Privé denkt daar anders over en schrijft anderhalve week later wel over de inhoud van de mails. ‘Kan Peter R. zijn huwelijk redden?’, vraagt het roddelblad zich op zijn voorpagina af.

Net als Wim Dankbaar is ook Maurice de Hond bereid om ver te gaan. Zo huurt hij een recherchebureau in dat de opdracht krijgt om de vriendin van ‘klusjesman’ De Jong, Meike Wittermans, ‘mee te nemen’ naar een hotel in het buitenland. Het idee is dat Meike daar, buiten de invloedsfeer van haar vriend, wel bereid zal zijn om een verklaring over diens betrokkenheid bij de moord op de weduwe af te leggen.

Het plan mislukt: Wittermans reageert boos als de privédetectives haar na een achtervolging op straat aanspreken. Ze voelt er niets voor om met hen mee te gaan. ‘Ik vond het heel bedreigend, ik voelde me gestalkt’, zal Meike er later over vertellen aan misdaadjournalist Hendrik Jan Korterink.

In oktober 2006 komt de opiniepeiler met het verhaal dat De Jong het moordwapen in het graf van de weduwe heeft verborgen. Pers en politiek springen bovenop het verhaal. Pauw en Witteman halen De Honds advocaat in de uitzending en de SP stelt kamervragen.

Ook Louwes’ advocaat, Geert-Jan Knoops, omarmt de theorie. Hij spant een rechtszaak aan en weet een rechter zo gek te krijgen om opdracht te geven om het graf van de weduwe te openen. Dat gebeurt nog op de dag van de uitspraak. De technische recherche vindt in het graf echter niets dat ook maar in de verste verte op een mes lijkt.

Ondertussen slaagt een medestander van De Hond erin om in te breken op het e-mailaccount van de advocaat van De Jong, Jan Vlug. In de daaropvolgende maanden deelt hij de e-mailberichten die bij de advocaat binnenkomen met de opiniepeiler en Dankbaar. Als de e-mailkraak uitkomt, in februari 2007, wordt eerst de 34-jarige hacker Dennis W. opgepakt. Een week later doet de nationale recherche ook huiszoeking bij De Hond en Dankbaar. De agenten nemen daarbij computers en dvd’s in beslag.

De Hond krijgt zijn pc’s een paar dagen later weer terug en gaat vrijuit. Dankbaar moet langer wachten op zijn twee desktops en laptop. In de tussentijd werkt hij op een oude spelletjescomputer van zijn kinderen.

Twee weken na de huiszoeking krijgt Dankbaar dan eindelijk een telefoontje dat hij zijn computers weer terugkrijgt. Maar als de agenten die avond met de pc’s van Wim op de stoep staan, blijkt dat ze niet alleen wat komen brengen. Ze zijn ook langsgekomen om Dankbaar mee te nemen naar het bureau. Hij wordt gearresteerd. Want Wim Dankbaar mag dan niet verantwoordelijk zijn geweest voor de e-mailkraak bij Jan Vlug, hij wordt ook nog verdacht van het inbreken op het emailaccount van Peter R. de Vries.

Twee nachten moet Dankbaar doorbrengen in een politiecel. Pure intimidatie, vindt hij. Zelf is hij er namelijk van overtuigd dat de politie hem helemaal niet heeft opgepakt omdat hij stiekem in de inbox van Peter R. de Vries heeft rondgeneusd. ‘Dat was ook absoluut niet strafbaar’, vertelt hij mij later. ‘Daar ben ik van overtuigd.’

Nee, de werkelijke reden voor de arrestatie zou Dankbaars onderzoek naar de Deventer moordzaak zijn geweest. Dankbaar beschikt namelijk naar eigen zeggen over bewijs dat justitie aanwijzingen over de betrokkenheid van De Jong bij de moord op de weduwe Wittenberg zou hebben vervalst.

‘Ik was daarin aan het wroeten, ik publiceerde erover. Daarom ben ik opgepakt’, meent hij. ‘Die arrestatie was bedoeld om mij te laten stoppen. De media hebben er vervolgens van gemaakt dat het was vanwege die kraak bij Peter R. de Vries.’

Het licht blijft permanent aan in de politiecel. ‘Geen pretje’, mailt Dankbaar me kort nadat hij weer is vrijgelaten, begin maart 2007. ‘Maar het is NIETS vergeleken met Ernest Louwes die nu al 6 jaar ONSCHULDIG in de gevangenis zit. Wat dat betreft vond ik het een ervaring die ik niet had willen missen.’

Door het verblijf in de cel is de toch al niet geringe bewondering die Dankbaar heeft voor de wegens moord veroordeelde fiscaal-jurist alleen maar toegenomen. ‘Een politiecel heeft minder luxe dan een gevangenis’, schrijft hij in zijn mail. ‘Dat is ook logisch want men wil bij een verhoor een situatie scheppen waar je zo snel mogelijk uit wilt. Zo hoopt men dan dat je dingen bekent die je niet hebt gedaan, hetgeen dus ook niet zelden gebeurt.’

Dankbaar wijst in zijn bericht aan mij op de zwagers Wilco Viets en Herman du Bois, die jarenlang onterecht vastzaten voor de moord op een jonge stewardess – de zogeheten Puttense moordzaak. En op de Vlaardinger Cees B., die vier jaar ten onrechte vastzat voor de zogeheten Schiedammer parkmoord.

Wat Wim maar wil zeggen: justitiële dwalingen komen in Nederland vaker voor dan je denkt. En volgens Dankbaar hoort ook de veroordeling van Ernest Louwes in dat rijtje thuis.

Gelet op de gerechtelijke dwalingen in de Schiedammer parkmoord en de Puttense moordzaak is het niet zo gek dat veel mensen vraagtekens zetten bij de gang van zaken rondom de Deventer moordzaak. Er bestaan namelijk enkele overeenkomsten tussen de drie zaken.

In alle drie de zaken is er sprake van slordig rechercheonderzoek. Bij de Schiedammer parkmoord en de Puttense moordzaak worden er daarom mensen veroordeeld die, afgaande op de gevonden DNA-sporen, nooit verantwoordelijk kunnen zijn geweest voor de moorden.

Bij de moord op de Deventer moordzaak lijkt er ook sprake van een justitiële dwaling. Politie en justitie zijn er na een zogeheten geurproef van overtuigd geraakt dat een mes, dat enige tijd na de moord wordt gevonden, het moordwapen moet zijn.

Later blijken de speurders het volstrekt bij het verkeerde eind te hebben: Ernest Louwes heeft het betreffende mes nooit vastgehad. En het is bovendien niet gebruikt om de rijke weduwe mee te vermoorden. Ondertussen is Louwes wel mede op basis van de geurproef tot een jarenlange gevangenisstraf veroordeeld. De tekortkomingen in het rechercheonderzoek en in de behandeling van de zaak bij de rechtbank en het Hof leiden ertoe dat de Hoge Raad in de zomer van 2003 opdracht geeft tot herziening van Louwes’ zaak. In afwachting van het vonnis in die herzieningszaak wordt hij vrijgelaten.

De media zijn op dat moment sterk op de hand van Louwes. De fiscaal-jurist is het slachtoffer van de tunnelvisie bij politie en justitie, is de teneur. Dat het Hof Louwes bij de nieuwe behandeling van zijn zaak nog moet vrijspreken van de moord, lijkt slechts een formaliteit. In werkelijkheid pakt de zaak compleet anders uit. Het openbaar ministerie trekt in de herzieningszaak weliswaar het boetekleed aan voor de grove fouten die eerder zijn gemaakt, maar komt vervolgens wel met nieuw bewijs op de proppen waaruit maar een conclusie valt te trekken: Louwes is de moordenaar.

Onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) naar de blouse van de vermoorde weduwe Wittenberg brengt namelijk verscheidene DNA-sporen van de fiscaal-jurist aan het licht: precies op de plaatsen waar de moordenaar haar met zijn mes tussen de ribben heeft gestoken. Ook wordt er een bloedspoor aangetroffen dat van Louwes afkomstig is. Zijn bloed zit in de kraag van de blouse. Vlakbij de plek waar de moordenaar de weduwe heeft gewurgd.

Dit bewijs maakt de Deventer moordzaak meteen compleet onvergelijkbaar met de Schiedammer parkmoord en de Puttense moordzaak. Daar werden immers onschuldigen opgesloten hoewel het DNA-bewijs voor hen ontlastend was. Het DNA wees in die zaken steeds in de richting van heel andere daders. In het geval van de Deventer moordzaak wijzen de DNA-sporen daarentegen wel in de richting van degene die volgens politie en justitie de dader is.

De Louwes-lobby laat zich daardoor echter niet overtuigen. Wim Dankbaar meent bijvoorbeeld dat er vuil spel is gespeeld. ‘Dat DNA is naar mijn overtuiging drie jaar later op de blouse aangebracht’, vertelt hij mij. Het is dezelfde verdediging die Louwes ook zelf tijdens de rechtszaak gebruikt: politie en justitie zouden proberen hem erin te luizen met vals DNA-bewijs.

De rechtbank blijkt echter niet gevoelig voor die theorie. En ook Geert-Jan Knoops, de advocaat van Louwes, gelooft niet in dergelijke fraude. Daar is een goede reden voor. Degene die bij het NFI onderzoek heeft gedaan naar de blouse van de vermoorde weduwe is namelijk dezelfde persoon die er eerder voor zorgde dat Louwes’ zaak werd heropend. Uit zijn onderzoek bleek toen dat het mes, dat volgens politie en justitie het moordwapen was, helemaal geen DNA-sporen van Louwes en de weduwe bevatte.

‘Tot op de dag van vandaag zijn er mensen die beweren dat ik in een groot justitiecomplot zit om Louwes achter de tralies te houden’, vertelt de betreffende NFI-onderzoeker, Richard Eikelenboom, daarover in het boek De Deventer moordzaak van Bas Haan. ‘Die realiseren zich blijkbaar niet dat mijn eerste onderzoek ervoor gezorgd heeft dat hij vrijkwam. Daardoor dacht vrijwel iedereen dat Louwes onschuldig was, ik ook.’

Dat zoveel mensen in de onschuld van Louwes geloven, heeft alles te maken met beeldvorming. De beelden van Louwes’ veroordeling in de herzieningszaak zorgen ervoor dat er een golf van medelijden door Nederland gaat.

Miljoenen tv-kijkers zien hoe Louwes, die alweer ruim een halfjaar op vrije voeten is, opnieuw wordt opgepakt. Als de president haar vonnis heeft uitgesproken, komt de parketpolitie op Louwes aflopen om hem mee te nemen. Louwes probeert zich te verzetten tegen de aanhouding en ontsteekt in woede. ‘Nee, ik ga niet mee!’, roept hij terwijl de agenten hem vastpakken. ‘Ik ga niet. Verdomme!’ In een mum van tijd ligt Louwes op de grond. Bovenop hem zitten vier agenten.

De beelden van Louwes’ woede-uitbarsting, die veelvuldig worden herhaald op tv, maken diepe indruk. Bas Haan schrijft erover in zijn boek: ‘De mensen die Louwes op televisie veroordeeld zagen worden, nemen niet het DNA of de andere feiten in de zaak als uitgangspunt voor hun overtuiging, maar de voorgeschiedenis en bovenal hun eigen waarneming van Louwes: “Dat kun je niet acteren. Die man is onschuldig.”’

Dat is ook de overtuiging van Maurice de Hond. Als hij een jaar na de nieuwe veroordeling van Louwes wordt geïnterviewd door Intermediair verklaart hij medelijden te hebben met de fiscaal-jurist. Dat het openbaar ministerie tijdens de herzieningszaak met nieuw DNA-bewijs kwam, noemt hij ‘onmenselijk, temeer daar ik ervan overtuigd ben dat hij onschuldig is’.

In een tv-interview trekt De Hond een parallel tussen de situatie van de veroordeelde accountant en zijn ouders die in een concentratiekamp hebben gezeten. ‘Het ergste wat er is, is machteloosheid. Dat je rechteloos en machteloos bent.’

Het medelijden dat menigeen met Louwes heeft, verwordt bij een klein clubje complotdenkers al snel tot een heksenjacht op Michael de Jong. Die krijgt op internet de schuld voor de moord op de weduwe Wittenberg in de schoenen geschoven.

Er wordt ook volop gespeculeerd over De Jongs persoonlijkheid en zijn verleden. Volgens de verhalen op internet is hij een seksueel misbruikte, aan de alcohol en drugs verslaafde agressieveling. Hij zou een voormalig psychiatrische patiënt zijn die werd behandeld door dokter Wittenberg. Die laatste zou hij volgens sommige complotdenkers overigens eveneens hebben vermoord. Een crimineel is hij sowieso.

‘Michael de Jong heeft het karakter om een moord te plegen’, vertelt Wim Dankbaar mij. ‘Hij was agressief, vooral als hij dronken was. En hij had altijd een mes bij zich.’

Bovendien had De Jong een duidelijk financieel motief om de weduwe om te brengen, zo is de consensus in het Louwes-kamp. Dankbaar: ‘De weduwe Wittenberg kwam elke dag bij het graf van haar overleden man. Op de dag van de moord vertelde ze de beheerder dat ze Michael de Jong op bezoek zou krijgen. Daar zag ze enorm tegenop, omdat ze hem wilde vertellen dat ze hem uit haar testament zou schrappen.’

‘Michael de Jong vertelde iedereen dat hij binnen een paar jaar heel rijk zou zijn. Dan is het natuurlijk een enorme streep door de rekening als je te horen krijgt dat je niets krijgt en dat ze alle banden met je wil verbreken. Dan wil je wel ontploffen, zeker als je wat agressief aangelegd bent.’

Het beeld dat de Louwes-lobby van De Jong schetst is grotendeels onwaar, zo blijkt uit de uitstekende reconstructie van Bas Haan in zijn boek over de Deventer moordzaak.

Het begint er al mee dat De Jong, in tegenstelling tot wat De Hond voortdurend beweert, helemaal geen klusjesman is. Hij leerde dokter Wittenberg en diens vrouw kennen via de antiekwinkel waar hij werkte. Hij is nimmer zijn patiënt geweest. Hij is überhaupt nooit een psychiatrisch patiënt geweest. Dat laatste mag je gerust een wonder noemen gelet op de lastercampagne die De Hond en consorten tegen hem hebben gevoerd.

Vanwege een allergische aandoening kan De Jong de meeste drugs niet gebruiken. ‘Als ik drugs zou gebruiken, loop ik het risico dat ik ter plekke dood neerval’, vertelt De Jong aan Bas Haan. Om een en ander te bewijzen overlegt De Jong een doktersverklaring aan de journalist.

En anders dan Ernest Louwes, die voordat hij werd veroordeeld voor de moord op de weduwe Wittenberg al twee keer eerder met de politie in aanraking kwam (wegens oplichting, valsheid in geschrifte en verduistering), heeft De Jong een blanco strafblad.

Dan zijn motief. Volgens de Louwes-lobby zou De Jong de weduwe om financiële redenen hebben vermoord. Hij zou een lening bij haar hebben die hij niet kon terugbetalen en/of zij zou van plan zijn geweest hem uit haar testament te schrappen of zijn aandeel in haar erfenis flink te verlagen.

Maar is dat eigenlijk wel zo? De Jong heeft inderdaad een keer vijfduizend gulden van het echtpaar-Wittenberg geleend. Die lening heeft hij op het moment van de moord echter al lang en breed terugbetaald.

Tot slot de erfenis. Anderhalve week voor de moord, op 13 september 1999, heeft de weduwe haar testament met hulp van Ernest Louwes aangepast. In tegenstelling tot wat Louwes’ medestanders later zullen beweren is er daarbij echter geen sprake van dat De Jong minder geld zou krijgen. Volgens het laatste testament van de weduwe had De Jong recht op 25.000 gulden, evenveel geld als volgens haar voorlaatste testament dat ze tweeënhalf jaar eerder had laten opmaken.

Er was dus geen enkele reden voor De Jong om in woede te ontsteken, zoals bijvoorbeeld Dankbaar meent. Het idee van de complotdenkers dat de testamentswijziging van de weduwe zo vlak voor haar gewelddadige dood mogelijk iets zegt over het motief van de moordenaar is desalniettemin helemaal niet zo gek.

Die aanpassing zorgt er namelijk voor dat Louwes wordt benoemd tot de executeur-testamentair: hij zal degene zijn die bij het overlijden van de weduwe de miljoenenerfenis mag beheren.

Bij dat beheer gaat Louwes na de gewelddadige dood van de weduwe op aparte wijze te werk: zo zeer zelfs dat hij de aandacht trekt van de rechercheurs die bij het sporenonderzoek in het huis van de vermoorde weduwe ook al zijn vingerafdruk zijn tegengekomen. Zo stort hij het geld dat hij uit een kluis van de weduwe haalt (17.000 gulden) niet op een rekening van het accountantskantoor waar hij werkt, maar op een speciaal voor deze gelegenheid geopende privérekening. Hij probeert vervolgens ook een verzekeringsmaatschappij zover te krijgen om het geld van de levensverzekering (bijna 410.000 gulden) op die rekening te laten uitkeren.

De verzekeraar trapt daar echter niet in. Dat de erfenis van de weduwe anderhalve week voor de moord is aangepast en dat degene die de erfenis zou gaan beheren het geld nu op zijn privérekening wil laten storten, vindt de verzekeringsmaatschappij verdacht. De verzekeraar licht de politie en de werkgever van Louwes in.

Zo komt Louwes steeds nadrukkelijker in beeld als mogelijke dader. Maar er is meer. Zo is Louwes de laatste persoon die met de weduwe heeft gebeld. Dat deed hij toen hij vlakbij haar huis was. Het signaal van zijn mobiele telefoon wordt althans opgepikt door een antenne die in de buurt van het huis van de weduwe staat.

Zelf houdt Louwes vol dat hij op het moment van dat telefoontje op een heel andere plaats was, dertig kilometer verderop. Tot op de dag van vandaag voeren zijn medestanders allerhande theorieën aan om deze vermoedelijke leugen recht te praten. Zo zou er sprake kunnen zijn geweest van een ‘atmosferische storing’ waardoor het telefoongesprek van Louwes op miraculeuze wijze werd opgepikt door de telefoonantenne die – wat een toeval – bij het huis van de weduwe stond. Overtuigend is deze verdediging van Louwes allerminst.

Tel daarbij op dat het DNA van Louwes werd aangetroffen op de blouse van de weduwe, en dat bij geavanceerd DNA-onderzoek naar het nagelvuil van de weduwe materiaal werd aangetroffen dat wel van Louwes maar onmogelijk van De Jong kan zijn en de conclusie is onvermijdelijk: Louwes heeft de weduwe vermoord, vermoedelijk om er financieel beter van te worden. Hij is geen martelaar maar een moordenaar.

Morgen: ‘Onze ruiten zijn ingegooid, onze banden lek gestoken’

Wat beweegt complotdenkers? Zijn het paranoïde geesten of lijkt hun geloof in samenzweringstheorieën eigenlijk nog het meeste op religie? Voor het boek Complotdenkers dompelde ik me onder in de wereld van de samenzweringsgelovigen. Ik sprak verscheidene Nederlandse complotdenkers. Van een herhaaldelijk veroordeelde ex-journalist die de jacht heeft geopend op pedo-netwerken tot een anti-vaccinatieactiviste die ervan overtuigd is dat de Holocaust zwaar wordt overdreven. En van een succesvolle ondernemer die meent de moord op John F. Kennedy te hebben opgelost tot een oprichter van een politieke partij die de luchtmacht wil inzetten tegen chemtrails sproeiende vliegtuigen. Nu is er een geactualiseerde editie met aandacht voor onder meer QAnon, coronacomplotten en Donald Trump. Koop de geactualiseerde editie van Complotdenkers nu. Het boek is bij elke boekwinkel te bestellen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten