Pagina's

vrijdag 2 december 2022

Zorgwekkend: sterke vermindering bloedstamcellen bij pasgeborenen uit gevaccineerde moeders

Zorgwekkend: sterke vermindering bloedstamcellen bij pasgeborenen uit gevaccineerde moeders
artsencollectief.nl

Begin 2021 werden mRNA coronavaccins voorwaardelijk goedgekeurd voor zwangere vrouwen. Deze beslissing werd ongekend snel genomen, terwijl er nog geen studies waren die de veiligheid voor het kind na de geboorte konden garanderen.

Het is daarom niet onverwacht maar wel zorgwekkend, dat er nu studies uitkomen die duiden op gevaren van de mRNA-vaccins voor het nageslacht.

Bloedstamcellen bij pasgeborenen

Bloed van pasgeborenen is rijk aan bloedstamcellen. Deze bloedstamcellen hebben de capaciteit om alle bloedcellen, rode en witte, te produceren. Rode bloedcellen zorgen voor het vervoeren van zuurstof en CO2 en witte bloedcellen vormen een belangrijk deel van het afweersysteem.

Het bloed van pasgeborenen is ook aanwezig in de navelstreng.  Normaalgesproken wordt na de geboorte gewacht totdat de navelstreng is uitgeklopt, zo krijgt de baby zoveel mogelijk van het eigen navelstrengbloed.  Soms wordt navelstrengbloed  bewaard en ingevroren,  vanwege de stamcellen die daarin aanwezig zijn.

De stamcellen uit navelstrengbloed zijn verrijkt in zogenaamde multipotente bloedstamcellen, HSCPs. Zij kenmerken zich door een bepaald eiwit op hun buitenkant, genaamd CD34. Deze CD34-positieve HSCPs zijn belangrijk omdat ze kunnen worden gebruikt voor stamceltransplantaties, bijvoorbeeld bij mensen met leukemie. Evenzeer zijn ze voor het pasgeboren kind belangrijk, omdat die cellen hun hele leven moeten zorgen voor de bloedcelproductie.

Invloed van mRNA-vaccins op aantal bloedstamcellen

Onderzoekers uit de Verenigde Staten bestudeerden het effect van mRNA-vaccinatie van de moeder op de bloedstamcellen van het pasgeboren kind. Zij vergeleken hiervoor het bloed van 111 pasgeborenen van gevaccineerde moeders (n=32), ongevaccineerde en ongeïnfecteerde moeders (n=39) en ongevaccineerde moeders die een lichte corona-infectie hadden doorgemaakt (n=40) (1).

Hun eerste opmerkelijke bevinding was dat in bloed van pasgeborenen uit gevaccineerde moeders het totale aantal CD34-positieve cellen fors (met een factor 4) was gedaald. Dit was waarschijnlijk toe te schrijven aan geprogrammeerde celdood in combinatie met een ontstekingsreactie.

Meer gedetailleerde analyses lieten zien, dat zowel bij pasgeborenen uit gevaccineerde als uit geïnfecteerde moeders het aantal CD34-positieve HSPCs gedaald was, waarbij het effect van vaccinatie  sterker was dan het effect van infectie (3 vs. 1,7 keer minder CD34-positieve HSPCs in cellen) ).

De afname van het aantal CD34-positieve bloedstamcellen was sterker naarmate vaccinatie eerder in de zwangerschap plaatsvond (Figuur), en er was weinig verschil tussen gevaccineerden met of zonder eerdere infectie. Dit houdt volgens de auteurs in dat het effect van de vaccinatie de hele zwangerschapsperiode aanhoudt.

Afname van het aantal CD34-positieve bloedstamcellen (y-as) in navelstrengbloed van pasgeborenen uit gevaccineerde zwangere vrouwen, vergeleken met de tijd tussen vaccinatie en geboorte (x-as). Hoe eerder de vaccinatie plaatsvond, hoe sterker de afname van het aantal CD34-positieve bloedstamcellen in de pasgeborene. Zwart: Alleen vaccinatie. Rood: Infectie plus vaccinatie. Stippellijn: niveau ongevaccineerd en ongeïnfecteerd.

Het is mogelijk dat vaccinatie -en in mindere mate infectie- leidt tot een verouderingsproces van de bloedstamcellen, dat samengaat met een ontstekingsreactie. Dit wordt met een Engelse term “inflammaging” genoemd (2). Dit soort veroudering komt normaal gesproken pas op veel latere leeftijd voor, op het moment dat het immuunsysteem begint te haperen.

De auteurs waarschuwen dan ook dat bloedstamcellen van navelstrengbloed van gevaccineerde en, in mindere mate, geïnfecteerde moeders problemen zouden kunnen opleveren bij stamceltransplantaties. Opvallend was dat van het ingevroren navelstrengbloed van gevaccineerde moeders geen CD34-positieve stamcellen konden worden gekweekt na ontdooiing.

Naast het probleem voor donorschap is uiteraard het effect op de pasgeborene zèlf een punt van aandacht. Op grond van eerdere studies bij muizen is het mogelijk dat bij hen de mogelijk al verouderde bloedstamcellen minder goed in staat zullen zijn het immuunsysteem op peil te houden (3).

Drie aandachtspunten

Samenvattend zijn er nu drie nieuwe aandachtspunten ontdekt bij vaccinatie van zwangeren:

  • het sterk verminderde aantal bloedstamcellen bij pasgeborenen
  • verouderingskenmerken van die stamcellen, met mogelijke gevolgen voor het immuunsysteem van het kind op lange termijn
  • mogelijke problemen met donatie aan zieken van de stamcellen van pasgeborenen van gevaccineerde moeders

Conclusie

Primair beoogt vaccinatie van zwangeren bescherming van moeder en kind. Vanwege de kwetsbaarheid van het zich ontwikkelende ongeboren kind zijn normaal gesproken de regels voor het geven van nieuwe therapieën voor zwangeren zeer streng. Dit is mede ingegeven door ervaringen uit de vorige eeuw met DES en Softenon, medicijnen die bij zwangere vrouwen werden voorgeschreven tegen miskramen en zwangerschapsmisselijkheid. Deze geneesmiddelen werden ook snel op grote schaal ingezet, waarbij pas in een later stadium de ernstige gevolgen duidelijk werden. Overigens ging de verkoop van het onwerkzame DES destijds gepaard met emotionele reclamecampagnes door de farmaceutische industrie (4):

“Problems were first highlighted in 1953 when it was clear that not only was DES ineffective during pregnancy, but it might actually be slighly detrimental [8]. However, a powerful and emotive advertising campaign ensured that its use continued until 1971, when Herbst et al. [9] showed that DES appeared to be the cause of an increased incidence of vagina clear cell adenocarcinoma (CCA) in daughters of women treated with the drug. The US Food and Drug Administration (FDA) issued a drug bulletin in that year, advising physicians to stop prescribing DES because of the link to the cancer.”

Zeker: Covid-19 kan een ernstig verloop hebben bij zwangere vrouwen wat ook een gevaar kan opleveren voor het ongeboren kind. Gelukkig is dit een zeldzaamheid. Het op grond hiervan bevolkingsbreed inzetten van een nieuw middel met een nieuw genetisch aflevermechanisme bij zwangeren zou wel eens een van de grootste medische blunders aller tijden kunnen blijken te zijn.

Zie ook ons eerdere artikel over zwangeren: Zwangere vrouwen – Stichting Artsen Collectief

Referenties:

  1. Benjamin K. Estep, Charles J. Kuhlmann, Satoru Osuka, Gajendra W. Suryavanshi, Yoshiko Nagaoka-Kamata, Ciearria N. Samuel, Madison T. Blucas, Chloe E. Jepson, Paul A. Goepfert, Masakazu Kamata. Skewed Fate and Hematopoiesis of CD34+ HSPCs in Umbilical Cord Blood Amid the COVID-19 Pandemic. iScience, in press. PII:S2589-0042(22)01816-8. doi: 10.1016/j.isci.2022.105544.  https://www.cell.com/iscience/fulltext/S2589-0042(22)01816-8?_returnURL=https%3A%2F%2Flinkinghub.elsevier.com%2Fretrieve%2Fpii%2FS2589004222018168%3Fshowall%3Dtrue
  2. Fulop T, Larbi A, Pawelec G, Khalil A, Cohen AA, Hirokawa K, Witkowski JM, Franceschi C. Immunology of Aging: the Birth of Inflammaging. Clin Rev Allergy Immunol. 2021 Sep 18:1–14. doi: 10.1007/s12016-021-08899-6. Epub ahead of print. PMID: 34536213; PMCID: PMC8449217.
  3. Schuettpelz LG, Link DC. Regulation of hematopoietic stem cell activity by inflammation. Front Immunol. 2013 Jul 19;4:204. doi: 10.3389/fimmu.2013.00204. PMID: 23882270; PMCID: PMC3715736.
  4. Harris RM, Waring RH. Diethylstilboestrol–a long-term legacy. Maturitas. 2012 Jun;72(2):108-12. doi: 10.1016/j.maturitas.2012.03.002. Epub 2012 Mar 29. PMID: 22464649.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten