Pagina's

donderdag 26 oktober 2023

Opneembaar DNA aangetroffen in mRNA-vaccins

Opneembaar DNA aangetroffen in mRNA-vaccins
artsencollectief.nl

Canadese onderzoekers hebben in alle onderzochte flacons van de Pfizer en Moderna mRNA-vaccins verontreinigende DNA-fragmenten aangetroffen. Ze melden dit in een preprint die onlangs verscheen bij OSF Center for Open Science.

Het belangrijkste nieuws van het onderzoek is, dat het DNA in de Pfizer en Modernavaccins verpakt blijkt te zijn in LNP (liquid nanoparticles) vetbolletjes, zodat het na injectie gemakkelijk door lichaamscellen kan worden opgenomen (1). Omdat het vaccin niet in de bovenarmspier blijft, maar in verschillende organen kan worden aangetroffen, kunnen cellen door het hele lichaam worden blootgesteld aan dit DNA.

Maagdelijke flacons

De Canadese Speicher et al verzamelden via apothekers 27 originele, ongeopende flacons met mRNAinjectievloeistof van Pfizer en Moderna (Figuur), met zowel monovalente (alleen Wuhan òf Omicron mRNA) als bivalente inhoud (Wuhan èn Omicron mRNA). De onderzoekers beschrijven de maagdelijkheid van de flacons uitvoerig, om aannemelijk te maken dat er niet mee is gesjoemeld, en dat het verontreinigende DNA er later zou zijn ingebracht.

Flacons met COVID-19-vaccin uit Ontario, Canada: (A) Pfizer/BioNTech BNT162b2 volwassen monovalent en bivalent; Moderna Spikevax mRNA-1273 (B) volwassene monovalent XBB.1.5, (C) kind/volwassene monovalent, (D) kind/volwassene bivalent Wuhan-BA.1 en (E) kind/volwassene bivalent Wuhan-BA.1 en volwassen Wuhan-bivalent BA.4/5.

Hoeveel DNA?

Er bestaat geen zekerheid over hoeveel DNA er per injectie wordt toegediend. Als het DNA wordt gemeten met PCR bevatten alle vials DNA hoeveelheden die – vooral bij Moderna – ruim onder de toegestane hoeveelheid uitkomen. Maar wanneer het DNA wordt gemeten met fluorometrie (een techniek maakt gebruik van kleurstoffen die zich nestelen in het DNA en ook vrij kleine stukjes DNA detecteert) dan blijken alle vials hoeveelheden DNA te bevatten die ruim boven de toegestane hoeveelheid uitkomen.

Daar komt nog bij dat de toegestane hoeveelheid gebaseerd is op de aanname dat het verontreinigende DNA “vrij”  zou zijn. Als vrij DNA in geïnjecteerde medicamenten zit wordt het snel in het lichaam, buiten de cel, afgebroken.  Er is echter geen rekening gehouden met het feit dat tijdens de vaccin productie behalve het mRNA ook dit verontreinigende DNA in LNP-vetbolletjes wordt verpakt en dan beschermd is tegen afbraak. LNP-vetbolletjes worden efficiënt door lichaamscellen opgenomen. In laboratoria staat deze techniek bekend als lipofectie: het efficiënt inbrengen van vreemd DNA in een cel door het te verpakken in een vetbolletje. Een recente studie (2) laat zien dat lipofectie met 50 ng DNA-fragmenten ervoor zorgde dat 7% van snel delende cellen het DNA in het genoom opnam. Op grond hiervan lijkt de bovengrens die de Amerikaanse FDA aangeeft van 10 ng (vrij-) DNA per dosis veel te hoog voor gemakkelijk opneembare lipide-DNA -complexen.

Mogelijke gevolgen

Als mRNA door de cel wordt opgenomen, leidt dit tot productie van het spike-eiwit, maar het mRNA kan in principe het erfelijk materiaal niet beschadigen. Dit is anders voor DNA. Na opname door de cel kan DNA via verschillende manieren (celdeling, import naar de celkern) het erfelijk materiaal bereiken en zich daarin nestelen. Op deze manier zou het spike-gen, of gedeelten daarvan, langdurig actief kunnen blijven, veel langer dan door de makers van de mRNA-vaccins en de regelgevende instituten was voorzien. Een ander potentieel gevaar is dat DNA-fragmenten zich kunnen nestelen in tumoronderdrukkende genen, wat een bijdrage zou kunnen leveren bij het ontstaan van kanker.

Relatie met ernstige bijwerkingen

De Canadese onderzoekers analyseerden of de hoeveelheid DNA-verontreiniging een relatie heeft met ernstige bijwerkingen, zoals gerapporteerd door de Amerikaanse bijwerkingendatabase VAERS. Er zijn echter niet genoeg gegevens beschikbaar om hier een uitspraak over te kunnen doen.

Eerdere studies

Ook in april dit jaar rapporteerden wij een studie die rapporteerde dat DNA verontreiniging was aangetroffen in Pfizer en Moderna mRNA-vaccins.

Hoewel deze studie niet was gepubliceerd in een wetenschappelijk tijdschrift, kozen we er toch voor om de bevindingen onder de aandacht te brengen, omdat (1) het artikel duidelijk en controleerbaar onderzoek beschrijft, vanuit moleculair biologisch en genomisch perspectief, (2) het onderzoek op basis van de beschreven methodologie eenvoudig is te repliceren door hierin gespecialiseerde laboratoria, (3) de DNA-verontreiniging niet kan worden verklaard door de veroudering van de flacons en (4) de hoofdonderzoeker  een expert is op het gebied van genomen.

Behalve  in de huidige studie uit Canada is DNA-verontreiniging in mRNA-vaccins inmiddels aangetoond door diverse laboratoria wereldwijd, onder andere door prof. Phillip Buckhaults, verbonden aan de universiteit van South Carolina in de Verenigde Staten, die onlangs in de senaat van South Carolina een verklaring heeft afgelegd.

Genomische screens nodig

De nieuwe gegevens over het celopneembare DNA dat is aangetroffen in de mRNA- vaccins, en de mogelijke gevolgen voor het erfelijk materiaal is reden genoeg voor een moratorium op mRNA-vaccins totdat deze op de voor genetische interventies gebruikelijke manier zijn onderzocht op veiligheid, inclusief reproductieve veiligheid, zowel bij de mens als bij dieren. Nu dit “experiment” op miljoenen mensen is uitgevoerd is het belangrijk om integratie van vaccin-afgeleid DNA te detecteren in genomische data, bijvoorbeeld van kankerpatiënten.

Referenties

  1. DNA fragments detected in monovalent and bivalent Pfizer/BioNTech and Moderna modRNA COVID-19 vaccines from Ontario, Canada: Exploratory dose response relationship with serious adverse events. David J Speicher Jessica Rose L. Maria Gutschi David M Wiseman PhD Kevin McKernan. OSF Preprints. https://osf.io/mjc97/
  2. Lim S, Yocum RR, Silver PA, Way JC. High spontaneous integration rates of end-modified linear DNAs upon mammalian cell transfection. Sci Rep. 2023 Apr 26;13(1):6835. doi: 10.1038/s41598-023-33862-0. PMID: 37100816; PMCID: PMC10133325.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten