Pagina's

woensdag 12 maart 2025

Erfbelasting: onrechtvaardig, onpraktisch en…

Erfbelasting: onrechtvaardig, onpraktisch en… | Cultuur onder Vuur
cultuurondervuur.nl

"Nog voordat het verdriet van een overlijden verwerkt is, ligt de blauwe envelop al op de mat," aldus Stefan Tax over het onrecht van de erfbelasting.

Erfbelasting: onrechtvaardig, onpraktisch en onhoudbaar
Traditie Politiek Communisme Privé-eigendom
De strijd tegen erfbelasting gaat niet zo zeer over geld, maar vooral over de ziel van de samenleving. Families die generaties lang vermogen opbouwen, zijn gedwongen de belastingdienst als ongenode erfgenaam te accepteren. Voorstanders presenteren het als een teken van vergevorderde civilisatie, maar de erfbelasting is een revolutionaire breuk met onze christelijke beschaving.

Erfbelasting als ondermijning van de familie
De erfbelasting is al jaren een twistpunt in politiek en samenleving. Voorstanders, zoals sommige economen – de titel onwaardig – en opiniemakers, stellen dat het een middel is om ongelijkheid tegen te gaan. Bekende voorbeelden zijn Thomas Piketty, die zelfs pleit voor een wereldwijde erfbelasting, en beroepsagitator Sander Schimmelpenninck, die het “de meest fatsoenlijke belasting” durft te noemen. Tegenstanders, in het publieke debat met regelmaat vertegenwoordigd door Stefan Tax, professioneel belangenbehartiger voor familiebedrijven, spreken van een onrechtvaardige, onpraktische en onhoudbare heffing op reeds belast vermogen. Met de erfbelasting staat een diepgeworteld principe ter discussie: het recht op zelfbeschikking over privé-eigendom. Dit recht, in het bijzonder in de context van de familie-eenheid, is een fundament van de christelijke beschaving. Privé-eigendom en het vrij kunnen nalaten ervan vormen de kern van economische vrijheid en familietradities. De erfbelasting staat symbool voor overheidsbemoeienis die de organische band tussen generaties ondermijnt.

Erfbelasting tegen ‘ongelijkheid’?
Een veelgehoord politiek argument is dat erfbelasting nodig is om ongelijkheid te bestrijden, waarbij het werk van egalitarist Thomas Piketty vaak wordt aangehaald. Deze principiële oppositie ten aanzien van ongelijkheid staat echter haaks op de realiteit: mensen verschillen nu eenmaal in aanleg, inspanning en omstandigheden. Ongelijkheid is een gegeven in een vrije maatschappij en is zelfs een positieve prikkel voor verantwoordelijkheid, liefdadigheid en economische groei. Zoals emeritus hoogleraar economie Lex Hoogduin het stelt in een recent artikel van Marike Stellinga in het NRC: “Ja, erfenissen en vermogens kunnen ongelijk uitpakken. En dat is niet alleen je verdienste, het is ook mazzel. Maar als je alles gelijker wil maken, kost dat je ook wat: economische vrijheid. De overheid besluit dan waar dat geld naartoe gaat, in plaats van burgers en bedrijven zelf. De overheid maakt niet per definitie goeie keuzes, is minder kieskeurig dan de markt.”

Erfbelasting in Nederland als het aan GroenLinks-PvdA ligt
Momenteel zijn de erfbelastingtarieven in Nederland afhankelijk van de relatie tussen de overledene en de erfgenaam. Voor echtgenoten en kinderen bedraagt de vrijstelling in 2025 net 800.000 euro, waarna de eerste 155.000 euro van het belastbare bedrag met 10 procent wordt belast en alles daarboven met 20 procent. Voor kleinkinderen en anderen zijn de vrijstellingen lager en de tarieven hoger, oplopend tot wel 40 procent. Linkse partijen, waaronder GroenLinks-PvdA, pleiten voor een drastische verhoging van de erfbelasting. De wens is om de tarieven gelijk te trekken, waarmee de relatie tussen de overledene en de erfgenaam geen invloed meer heeft op de hoogte van de belasting. Daarnaast wordt voorgesteld om de vrijstelling te verlagen naar 27.000 euro en belastingtarieven te verhogen: erfenissen onder 100.000 euro worden belast tegen 25 procent, tussen 100.000 en 200.000 euro tegen 35 procent en boven 200.000 euro tegen 45 procent.

Lees ook: De drie ergste mokerslagen van Frans Timmermans tegen uw privé-eigendom

Erfbelasting als grafroof
Voorstanders van de erfbelasting stellen vaak dat iemand die een erfenis ontvangt daar niets voor heeft gedaan. Maar men vergeet dat de overheid het geërfde geld óók niet zelf heeft verdiend, en evenmin de mensen die hiervan via zogenaamde ‘herverdeling’ profiteren. De staat heeft geen hoger recht op familievermogen dan de familie zelf. Het argument dat erfenissen ‘onverdiend inkomen’ zijn, kan gemakkelijk worden gespiegeld naar de vraag of derden wél recht hebben op andermans privé-eigendom. Immers, als de erfgenaam niets deed voor dat geld, wat op zich al te betwisten is, deed de staat dat zeker niet. Daartegenin wordt nog wel eens gesteld dat men het vermogen ook te danken heeft aan de staat. De staat heeft namelijk de voorwaarden geschapen die de kapitaalaccumulatie mogelijk heeft gemaakt, zo luidt het argument. Maar dit gaat voorbij aan het feit dat men hier reeds heel het leven belasting voor heeft afgedragen; nota bene zo’n beetje de helft van het werkzame leven staat in dienst van de belasting. Moet over het graf heen werkelijk nog eens de helft van het restant worden afgenomen?

Erfbelasting is een dubbele belasting
Wat buiten kijf staat, is dat de erfbelasting een dubbele belasting is: vermogen dat al eerder werd belast, wordt opnieuw aangeslagen. “Het rechtvaardigheidsgevoel van veel belastingbetalers zegt dat belasting betalen over geld waar al een heel leven lang belasting over is betaald diefstal is,” zo stelt Stefan Tax in een opiniestuk voor het Nederlands Dagblad. Het gevolg is een klimaat waarin families en familiebedrijven hun kapitaal versnipperd zien raken, wat niet alleen economisch nadelig is, maar vooral immoreel. Het idee dat de overheid profiteert van iemands dood, leidt voor veel mensen tot een gevoel van onrecht, los van eventuele argumenten voor nivellering. “Deze oneerlijke belasting treft mensen juist in momenten van rouw en verdriet. Nog voordat het verdriet van een overlijden verwerkt is, ligt de blauwe envelop al op de mat,” aldus Tax.

Erfbelasting maakt familietraditie kapot
In de praktijk komt dit neer op situaties waarin een erfstuk, zoals een waardevol schilderij dat generatieslang gekoesterd is, bij elk overlijden opnieuw wordt belast, waardoor uiteindelijk de noodzaak ontstaat om het kunstwerk te verkopen om aan de fiscale eis te voldoen. Evenzo kan een geliefd familiehuis, dat al generatieslang als thuis heeft gediend, zodanig zwaar worden belast dat erfgenamen gedwongen worden het te verkopen. Beide voorbeelden illustreren hoe erfbelasting in de loop van de tijd financiële druk opbouwt, die leidt tot het verlies van waardevolle familietraditie.

Lees ook: Traditie, Familie, Eigendom: de reden voor een lemma

Het geestelijke argument tegen erfbelasting
Waar het de materialisten gaat om de duiten, is het christelijke argument van geestelijke aard. Erfbelasting raakt meer dan alleen de portemonnee; het tast de fundamenten aan van het heilige recht op privé-eigendom, familiebanden en traditie. In de christelijke samenleving is de familie een hoeksteen, waarin waarden en bezittingen van generatie op generatie worden doorgegeven. Het idee dat de overheid zich met deze overdracht bemoeit, staat haaks op de notie van familiale autonomie en de zorg voor nageslacht. Zo benadrukte katholiek denker Plinio Corrêa de Oliveira dat ongerept familiebezit mensen weerbaar maakt tegen egalitaire experimenten van de staat. Wanneer juist dit vermogen wordt aangeslagen, vermindert de mogelijkheid tot het voortzetten van familietradities, ondernemerschap en liefdadigheid. Zo ontstaat een breuklijn in de continuïteit van beschaving en gedeelde verantwoordelijkheid.

Erfbelasting als schending van de natuurwet
Het christendom ontleent deze visie aan de heilige natuurwet, de door God verankerde orde in de schepping, die alle mensen in hun geweten herkennen en die een universele basis biedt voor goed en kwaad. Deze natuurwet vormt het fundament voor onder meer het recht op privé-eigendom als voorwaarde voor menselijke waardigheid, het gezinsleven en een vruchtbare economie. Door bezit vrijelijk te kunnen nalaten, wordt de continuïteit van zowel materiële als geestelijke waarden gewaarborgd. De erfbelasting doorbreekt precies deze natuurlijke orde en beperkt de vrijheid van de mens om naar geweten te handelen. De staat plaatst zich daarmee boven de scheppingsorde, door rechtmatige eigenaars te onteigenen en familiebanden te frustreren. Zo wordt de heilige natuurwet geschonden, met grote gevolgen voor de individuele drijfveer tot liefdadigheid en onderlinge zorg. Erfbelasting is in die zin niet alleen onpraktisch maar ook onrechtvaardig, omdat deze in strijd is met de door God gegeven rechten en plichten binnen het gezin en de samenleving.

De onvoorziene en ongewenste gevolgen van erfbelasting
Wie het principe van noblesse oblige – ‘adel verplicht’ – kent, beseft dat grotere vermogens ook grotere verplichtingen met zich meebrengen. En de christelijke moraal vereist dan ook dat vermogenden deze plicht serieus nemen. De praktijk onderschrijft dit. Zo verzorgt de katholieke Kerk zo’n 30 procent van alle gezondheidszorg in heel het continent Afrika, op basis van liefdadigheid. Dwang komt hier niet aan te pas. Het revolutionaire ideaal van ‘gelijkheid’, zoals bepleit door de socialisten, daarentegen, blijft een gevaarlijk utopisch idee, dat meer verdeeldheid zaait dan oplost. Immers, door een selecte politieke klasse met een morele uitzondering te begiftigen, waarmee het gebruik van dwang en geweld ‘geoorloofd’ wordt, werkt men veler onvoorziene en ongewenste gevolgen in de hand. De geschiedenis wijst uit dat het najagen van ‘gelijkheid’, zoals onder communistische regimes, leidt tot een inperking van individuele vrijheid en het recht op privé-eigendom en eindigt in vele miljoenen doden.

Lees ook: Paul Rosenmöller: de vleesgeworden ‘lange mars door de instituties’

Erfbelasting is een communistisch ideaal
De erfbelasting is in historisch perspectief dan ook geen toevallige vinding: Karl Marx riep expliciet in zijn Communistisch Manifest op tot de “afschaffing van alle rechten op erfenis.” Het doel is duidelijk: het ontwrichten van de familie als kerninstituut binnen de samenleving. ‘Noblesse rebelle’ Sander Schimmelpenninck, die zijn eliteplicht in alle hoogmoed verzaakt, noemt de erfbelasting “de meest fatsoenlijke”, en staat daarmee dichter bij de idealen van Marx dan hij waarschijnlijk zou willen toegeven. In wezen gaat het om twee conflicterende wereldbeelden: de collectivistische visie enerzijds, die meent grotere waarde te hechten aan ‘gelijkheid’ dan aan het heilige recht op privé-eigendom, en de christelijke familietraditie anderzijds, die privé-eigendom als organisch fundament van vrijheid en beschaving erkent.

De erfenis als laatste daad van naastenliefde
De erfenis vertegenwoordigt het uiteindelijke gebaar van liefde en verantwoordelijkheid jegens familie en nageslacht. Het is de bekrachtiging van alles wat een mens tijdens zijn leven opbouwt, zowel materieel als geestelijk. De moderne roep om meer belastingheffing op nalatenschappen oogt aantrekkelijk voor wie zegt materialistische gelijkheid na te streven, maar miskent de diepe morele en sociale functie van privé-eigendom. Erfbelasting ontneemt families hun autonomie, zet druk op ondernemerschap en ondermijnt de continuïteit van traditie. Wie een samenleving wil waarin solidariteit van onderop groeit – de enige ware solidariteit, waarbij men uit eigen vrije overweging begaan is met het lot van de medemens – doet er goed aan deze moreel problematische belasting ter discussie te stellen – en uiteindelijk geheel af te schaffen.

Laatst bijgewerkt: 10 maart 2025 22:29

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Als dit waar is dan is dit by far het allergrootste nieuws in het bestaan van de mensheid

'Als dit waar is dan is dit by far het allergrootste nieuws in het bestaan van de mensheid' www.ninefornews.nl Help ons door deze in...